Popfestivals

Popfestivals

Do’s en Don’t voor popfestivals

Voor de muziekliefhebber kent het jaar vijf seizoenen, winter, lente, zomer, herfst en het festivalseizoen. Het festivalseizoen loopt ergens door de lente en zomer heen. Een popfestival is meer dan een aaneenschakeling van live optredens. Elk festival heeft zijn eigen sfeer. Bij north sea jazz kan je bijvoorbeeld een rijke babyboomer aan de haak slaan naast dat je kan genieten van jazz, terwijl je bij graspop je een weg door het plebs moet banen naar de dichtstbijzijnde bierfontein.

Het is niet de bedoeling dat dit artikel elk popfestival gaat beschrijven daarvoor is het te kort. Daarom is hier een lijst met handige do’s and dont’s.

De groep met wie je bent

Do’s

  • Elke festival groep heeft een in de volksmond geheten bandleider nodig, dit kan je zelf zijn of iemand die je meeneemt. Het is zijn of haar taak om van tevoren een programma van podia en bands te maken wat hij of zij als evangelie en de rest van de groep als leidraad voor het festival gebruikt. Deze persoon is vooral prettig op festivals zoals lowlands en Roskilde.
  • Elke groep heeft een gangmaker nodig om de mogelijkheden van de campingtereinen ten volste te  benutten. Verder zorgt de gangmaker voor een levendige sfeer in de groep zodat men niet toevlucht zoekt in vaak te dure drank en hapjes.

Dont’s

  • Teveel stelletjes, dit creëert een sfeer van stilzwijgend naar de muziek luisteren in plaats van een drie daags knalfeest. Festivals zijn te duur en te hard om rustig naar bijvoorbeeld de kaiser chiefs te luisteren. Grote kans dat je eindigt met een vieze tent, uit dankbaarheid van je buren voor al die klefheid. Niet vanwege dat andere.
  • Pas op met junkie vrienden. Er wordt altijd op drugs gecontroleerd bij de entree van festivals en het is vervelend iemand daar achter te laten, om nog maar te zwijgen als je ver van huis of in het buitenland zit en een vriend van je gestrand raakt.

Het kamp

Do’s

  • Zet de grote tent in het midden, aangenomen dat deze het duurst is. De omliggende de tenten kunnen erg vies worden. Onthoud, er zijn geen goede buren op een festival.
  • Koud eten meenemen, zoveel mogelijk. De meeste campings hebben een streng beleid over vuur stoken en het gebruik van gas. Je zit dus vrijwel altijd vast aan het festival eten voor s’avonds. Dit is duur en vaak een slechte prijs/hoeveelheid verhouding. Probeer daarom zoveel mogelijk ontbijt en lunch van buiten mee te nemen, met name langzame energie bijvoorbeeld muesli repen zullen je goed op de been houden. Qua drank moet je er rekening mee houden dat je vaak aan een maximum gebonden bent en dat glas geweerd wordt. Zorg dat je een verstandige energydrink/water verhouding bij je hebt. Meestal mag niks de camping af, het festivalterrein op.

Dont’s

  • Kom niet het terrein op met een splinternieuwe tent die je nooit hebt opgezet. Voor de goede plekjes geldt wie het eerst komt wie het eerst maalt. Probeer ook een zo’n klein mogelijke tent mee te nemen, zodat je in smalle plekken kan kamperen.
  • Gitaren en je band meenemen. Naast dat als er platenbazen zijn deze waarschijnlijk niet geïnteresseerd zijn in nog een knocking on heavens door cover, loop je het risico dat je spullen gestolen worden. Bovendien kan het zijn dat je juist niet verbroedert met je buren, hetgeen kan leiden tot een vieze tent.

Verder,

Hou richting de lente de gratis en overvloedige festivalkrantjes in de gaten. Zet jezelf op de mailinglist voor je favoriete festivals en veel plezier.

Links naar festivals